
Ik ben nooit handig geweest. Als kind al niet, het vak handenarbeid was niet aan mij besteed. Andere kinderen knutselden de mooiste dingen in elkaar. Ik was al blij als het niet uit elkaar viel. Laat staan dat ik verwachtte dat het ergens op leek. Ook handwerken was een crime. In die tijd (lang geleden) kregen de meisjes nog handwerkles op de lagere school. Ik weet nog dat mijn zelfgehaakte pannenlappen volstrekt ongeschikt waren voor hun doel. Het lukte me maar niet om er een vierkant lapje van te maken.
Daarom was ik heel gelukkig dat mijn maatje wel erg handig was. Hij vond het ook leuk om dingen te maken die het gemak vergrootten. Gelukkig was hij geen verbouwer, daar zou ik heel ongelukkig van zijn geworden. Ons huis was klaar en er werd alleen gerepareerd of verbouwd als het nodig was. Maar klusjes, ja, daar draaide hij zijn hand niet voor om.
Ik had dus in al die jaren ook nog nooit een hamer of boormachine in mijn handen gehad. Ik keek wel link uit. De buxusschaar die ik voor mijn verjaardag kreeg was op accu. Dan kon ik tenminste niet weer door het snoer heen snoeien. Mijn maatje lachte er altijd goedmoedig om, als ik weer eens stond te klunzen. Ieder zijn talent.
Maar ja, nu loop ik toch wel eens tegen dingen aan. En natuurlijk, ik kan om hulp vragen en die krijg ik dan ook, maar soms vind ik dat ik het eerst zelf moet proberen. Want sommige dingen moet ik toch zelf ook kunnen. Iedereen kan dat, waarom ik dan niet. Maar ik moet zeggen, dat valt toch tegen. Ik zie mezelf dan staan. Met een plastic wieltje dat gebroken is. En waarvan ik heldhaftig denk “dat moet ik toch zelf kunnen lijmen”. Secondelijm heb ik. Dus een druppeltje lijm erop, even laten drogen, pinnetje erin. En blub, een klodder lijm op de vloer. Nee hè, als dat opdroogt krijg ik het er nooit meer af. Dus hup, op pad voor een stuk keukenrol.
En toen, echt als getroffen door de bliksem, stond ik stil. Want Stef had heel geïnteresseerd staan kijken wat ik aan het doen was. Ik kon nog net voorkomen dat hij de klodder lijm van de vloer af likte. Door met mijn hand het spul weg te vegen. En ja, daar stond ik, met mijn vingers aan elkaar gelijmd.
Echt, dan kan ik mezelf zo’n sufferd voelen. Maar goed, gelukkig had ik die andere sufferd in huis gered van een groter debacle. En dat gaf dan toch wel weer voldoening. En het wieltje is er niet meer afgelopen. Ik leer het wel.
klussen en knutselen is ook niet mijn ding. Gelukkig ken ik iemand die me bij staat indien nodig.
LikeLike
Het verhaal van school is een kopie van hoe het mij verging. Ik was niet geschikt voor handenarbeid, net zo min als voor schoolgymnastiek. Had meer met andere zaken. Klussen is voor mij, man, dus ook geen hobby. Wat moet moet, en wat ik kan doe ik als het niet anders gaat, maar echt vrolijk word ik er niet van. Maar ik heb wel de spullen. En ach, er valt weinig tot niets uit elkaar. Dat scheelt. Soms moet je gewoon vakmensen i n huis halen…dan blijft het zitten….:)
LikeLike
Machteld, je bent een held!!! Dat mag best gezegd worden. Je hebt Stef gered van een nachtmerrie! 💚
LikeLike
Ik ben en blijf een onhandige kluns.
En ach ik stoor mij hier zelf niet aan!
Vriendelijke groet,
LikeLike