Pakketbezorgers

Ik ben een groot fan van online shopping. Ik weet het, de plaatselijke middenstand en zo, maar voor iemand die 40 uur werkt is het heel praktisch als je bepaalde zaken gewoon met een druk op de knop kunt bestellen. En dat je dan je weekend kunt besteden aan echt leuke dingen. Ik ben niet iemand die broeken in drie maten bestelt om er dan weer twee terug te sturen, dat niet. Ik probeer de bezorgbewegingen toch wel tot een minimum te beperken.

Maar toch staan bij mij regelmatig pakjesbezorgers aan de deur. Overdag, als ik thuis werk, maar ook ’s avonds. En eerlijk is eerlijk, ik weet niet precies wanneer wat wordt bezorgd dus als ’s avonds in het donker de bel gaat, zorg ik altijd dat Stef met me meegaat naar de voordeur. De arme hond is volkomen onschuldig maar dat weten de bellers niet. Het is toch een zwarte Stafford die hen begroet. Het bordje dat vertelt hoeveel postbodes, hoeveel inbrekers en hoeveel katten hij al verjaagd heeft, helpt daar natuurlijk ook aan mee. Het is met een knipoog maar sommige mensen schijnen toch te denken dat er een ondertoon van ernst zit onder iedere gemaakte grap.

Het is ook niet moeilijk om Stef mee te krijgen naar de voordeur. Zodra de bel gaat, staat hij al klaar. Hij verwacht vriendelijke mensen en vriendelijke mensen hebben altijd snoepjes bij zich. Het is lastiger om hem te beletten mee te gaan dan om zijn hulp in te roepen.

Pakjesbezorgers die al wat langer rondrijden in onze wijk, kennen Stef inmiddels. En afhankelijk van hun eigen voorkeur wordt Stef vriendelijk begroet of ontweken. Stef maakt het niet uit, hij blijft enthousiast. Laatst stond er echter iemand voor de deur die duidelijk nog nooit kennis had gemaakt met mijn enthousiaste vriendje. Ik deed de deur open en Stef schoot achter me vandaan naar buiten. De man schrok verschrikkelijk en gooide me het pakje toe. Ik kon het nog net vangen. Daarna trok hij een sprintje naar zijn bus. Misschien vanuit zijn oogpunt gezien wel logisch maar niet heel verstandig. Want Stef vond het wel een leuk spelletje. En sjeesde er achteraan. Arme man, hij wist echt niet hoe snel hij achter het stuur moest kruipen en de deur dicht moest gooien. Teleurgesteld droop Stef af en kwam terug toen ik hem riep. Wat was dat nou? Hij wilde toch alleen maar spelen. Ik kreeg ook niet de gelegenheid om het uit te leggen want de man keek stug vooruit en gaf gas.

Ik vrees dat deze man mijn pakjes voortaan tegen de voordeur zet, aanbelt en maakt dat hij wegkomt. En Stef bedoelt het echt heel goed. Maar ik blijf hem wel meenemen naar de voordeur. Tenslotte kun je nooit weten.

Advertentie

Kerkklokken

Ik woon in een dorp, ik heb het al eens eerder verteld. En dan bedoel ik ook echt in een dorp, met dorpse waarden en tradities. We hebben een supermarkt, zelfs twee, maar verder moet je niet veel eisen stellen. Ik vind het heerlijk. Als ik drukte wil, ga ik naar een stad en als ik rust wil, ga ik naar huis. Natuurlijk zijn er ook nadelen, dat weet je van tevoren. Als je dat niet wilt, moet je niet in een dorp gaan wonen. Er wordt meer gelet op wat iedereen doet en, zoals overal, hebben mensen daar ook een mening over.

Toch is het dorp niet helemaal ouderwets. We hebben zelfs een buurt-app. Ik plaats nooit een bericht maar het is wel handig om op de hoogte te blijven. En om je soms te verbazen over zaken waar mensen zich druk over kunnen maken. Ik lees graag mee.

Zo ook pas geleden. Van oudsher zijn er in mijn dorp drie kernen, met uiteraard in iedere kern een kerk. Ik woon vlak bij die kerk. En die kerk heeft een welluidende klok die om het half uur slaat. En de kerkgangers verwittigt als er een dienst aanstaande is. Op zondag om tien voor half tien en bij belangrijke gebeurtenissen soms al wel een kwartier vooraf.

Meestal hoor ik het niet eens meer. Je raakt eraan gewend. Maar de nieuwe bewoner van het voormalige domineeshuis had er toch wat meer moeite mee. En plaatste een bericht in de buurt-app. Hij vroeg of er meer mensen last hadden van de klok. Zijn nachtrust met name werd er ernstig door verstoord. En als hij voldoende medestanders had, kon hij wellicht een verzoek indienen om het slaan van de kerkklok te laten stoppen.

Ik moest al lachen toen ik het bericht las. Oeps, dat ging reacties opleveren. En ja hoor, de hele buurt viel over hem heen. Iemand vertelde hem fijntjes dat hij daar eerder over na had moeten denken. Je moet ook niet naast een luchthaven gaan wonen als je geen vliegtuigen wilde horen. Het werd een hele discussie. Zelfs de minaretten van een moskee werden erbij gehaald. Arme man, ik denk dat hij al lang spijt had van zijn actie. De enige medestander die hij had, verwijderde snel zijn bericht toen hij zag wat de buurtgenoten er van vonden. De algemene conclusie was dat het een van de charmes van het dorp was en dat hij niet moest zeuren.

Ik ken de man in kwestie niet, maar ik denk niet dat hij vrienden heeft gemaakt. Het zal me niet verbazen als het huis binnenkort weer op de markt komt.

Pyjamadag

Het is toch verschrikkelijk, het lijkt wel of het nooit meer mooi weer wordt. Hij vindt er echt weinig aan. Iedere dag weer die regen. En dan ook gewoon de hele dag hè, niet dat er even een bui valt en dat je dan weer naar buiten kunt, maar echt constant regen. Hij kan niet eens met droge voeten door de tuin lopen. De fontein stroomt over en de paadjes staan gewoon blank. De plassen zijn volgens hem wel vijf centimeter diep. Het vrouwtje moppert er ook op, “je staat bijna tot je enkels in het water”. En het lijkt ook wel of het de hele dag niet echt licht wordt.

Wel fijn dat hij in ieder geval droog kan plassen en poepen. Hij weet het wel, het vrouwtje is niet heel gelukkig als hij zijn poot optilt tegen de tuintafel, maar onder de overkapping kan hij tenminste even rustig staan. Hij zorgt er netjes voor dat zijn poepjes een beetje aan de rand liggen. Eén keer had het vrouwtje er bijna ingetrapt toen ze in het donker naar de container moest. Gelukkig kon ze het ontwijken maar hij had toch wel behoorlijk op zijn kop gehad. Dus daar hield hij nu maar rekening mee. Want stel je voor dat het niet meer mag.

Nee, het is echt geen feest, buiten. Normaal als het vrouwtje haar jas aan doet, gaat hij eens kijken of hij niet mee kan. Maar nu blijft hij maar stilletjes op de bank liggen. In de hoop dat ze niet bedenkt dat hij mee uit moet. Laatst kwam een vriend van het vrouwtje toen ze zelf niet thuis was. Dat is altijd supergezellig. Alleen had die nu bedacht dat ze een rondje gingen lopen. Het was net even droog. Ja, er viel geen regen uit de lucht inderdaad. Maar de bermen waren een grote sopzooi. Bah, bah, hij kreeg modder tussen zijn tenen, het was glad en het was ook koud. Hij had een paar keer verwijtend omgekeken maar ze waren gewoon doorgelopen. Het viel hem echt een beetje tegen. Gelukkig kreeg hij thuis snoepjes, dat maakte het weer een beetje goed.

Het is te hopen dat het snel weer beter wordt. Dat hij weer lekker op zijn zonneplekje tegen het tuinhuisje kan gaan liggen. En tot die tijd doet hij hetzelfde als het vrouwtje af en toe op zondag. Hij houdt pyjamadag. Maar dan lekker door de week.

Opgeruimd

Hoe gezellig ik het ook vind in huis, ik kan niet wachten om de kerstspullen weer op te ruimen en naar zolder te brengen als de feestdagen voorbij zijn. Opruimen, heerlijk. Over tot de orde van de dag.

Want waar ik nooit bij stil heb gestaan, is hoe die stomme kerstreclames binnen kunnen komen. Al die supermarkten die je vertellen dat je gezellig samen met je geliefden moet eten met kerst. Dit jaar was er zelfs een reclame die riep “liefste ik kan je niet missen”. Het klinkt als een hele foute smartlap maar toch voelt het weer als een tik. Daar kunnen die mensen niks aan doen hoor, ik heb er zelf ook nooit bij nagedacht. Maar je wordt iedere keer weer met je neus op de feiten gedrukt. En er is geen ontkomen aan, je kunt geen zender kiezen of ze komen voorbij. Op de radio is het zo mogelijk nog erger, overal schallen de kerstliedjes door de ether. Driving home for Christmas, huhuh.

Nee, het is prima zo. Nog even alle nieuwjaarsrecepties doorstaan en dan kunnen we weer verder. Het lijkt zelfs of de dagen dan zichtbaar weer wat langer worden. Maar dat kan natuurlijk ook idee zijn. Of wishful thinking, wie weet. Het maakt me niks uit. Ze worden in ieder geval niet korter. Een nieuw jaar, nieuwe ervaringen en nieuwe herinneringen.

Goede voornemens heb ik ook dit jaar weer niet gemaakt. Ik moet dan altijd denken aan de Loesje-spreuk, “Begon de dag met tien goede voornemens. Ze zijn nu al op.” Ik denk dat ik het komende jaar ga wennen aan dingen doen zonder daarbij af te stemmen. Toen ik met mijn maatje was, deden we dingen samen. En dan hou je toch rekening met de ander. Dat gaf niet, dat was fijn, dat zou ik heel graag nog willen doen, maar nu is dat niet meer. Afgelopen jaar ben ik geloof ik meer bezig geweest met overleven en proberen alles zo goed mogelijk op de rit te krijgen. Nu zie ik het jaar met wat meer vertrouwen tegemoet. Oh zeker, er zullen moeilijke momenten genoeg komen. Waarschijnlijk ook op momenten dat ik er niet op beducht ben. En dan zullen er ook best wel tranen zijn. Maar toch, ik denk wel dat ik het kan.