Rustplaats

river-977476_1920

Bijna vijf maanden is het nu geleden dat je overleed. Vijf maanden geleden al, maar het lijkt nog steeds wel gisteren. Nog steeds ongelofelijk. Maar toch echt waar. Inmiddels zijn de meeste zaken geregeld en afgehandeld. Huis, abonnementen, verzekeringen, alles is opgezegd en opgeruimd. Soms komt er nog een verdwaalde brief binnen, schrijnend gericht aan “de erven”. Dan moet er nog iets doorgegeven of uitgelegd worden. Maar dat wordt ook steeds minder.

Een andere vraag dient zich nu aan. Wat gaan we doen met je as. Dat blijkt toch best lastig om over na te denken. De mensen van de uitvaartverzekering hebben ons een heel overzicht gestuurd. Tegenwoordig is er vanalles mogelijk. Je kunt je dierbare zelfs uit laten strooien door een vliegtuig, boven zee. Als je wilt, mag je mee. Natuurlijk tegen een gepaste vergoeding, dat wel. The sky is the limit, als je maar betaalt. Er bestaat zelfs een webshop waar je herinneringsproducten kunt bestellen. Honderden euro’s kun je hier kwijt. Overlijden is big business.

We schuiven het nog maar even voor ons uit. Jij hield niet van poppenkast, je hebt de as van ma gewoon bij het crematorium laten uitstrooien op het strooiveld. Dat was jouw wens. Maar dat voelt voor ons op dit moment toch niet goed.

Nee, ik denk dat wij wel een mooi plaatsje weten. Jij kwam daar graag. Officieel moeten we de eigenaar om toestemming vragen. We weten alleen niet precies wie dat is. En gaan er dus maar vanuit dat hij, of zij, het niet erg zal vinden. We hebben nog niet besloten wanneer we dat gaan doen. Wel dat er verder niemand bij aanwezig zal zijn. Waarschijnlijk komt dat moment vanzelf. Als de tijd daar is.

 

Advertentie

De oude

IMAG0542 (1).jpg

Eindelijk was het dan zo ver, de laatste controle bij de dierenarts voor Stef. Nu werd het finale oordeel geveld. Hadden wij als baasjes goed gezorgd voor onze hond en mocht hij langzaam weer zijn oude leventje oppakken? Of was er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch iets mis gegaan en was het herstel minder goed verlopen dan wij hadden gehoopt. Toch best spannend.

Veel te vroeg zat mijn maatje met Stef in de wachtkamer van de dierenkliniek. Waar er nog even een ‘ja hoor, weer zo een’ momentje was. Een dame tilde haar te veel vertroetelde chihuahua van de grond zodat hij niet oog in oog kwam te staan met die gevaarlijke Stafford. “Kom Stef, je hebt al gegeten”, ik hoor het mijn maatje zeggen. De dame in kwestie zal waarschijnlijk een vuile blik hebben geworpen maar daar zijn man en hond immuun voor.

De dierenarts riep hen binnen en maakte meteen al een geruststellende opmerking. “Goh, hij loopt helemaal niet meer mank.” “Nee, natuurlijk niet, hij liep na twee weken al niet meer mank.” Toch goed om te horen. Stef is blijkbaar geen watje.

Dat bleek ook toen er foto’s gemaakt moesten worden. Stef kreeg een roesje maar weigerde zoals gewoonlijk weer te gaan liggen. Hij stond met zijn voorpoten wijd uit elkaar te trillen maar neer gaan, ho maar. “Ga toch liggen man”, verzuchtte de dierenarts. Uiteindelijk moest Stef zich natuurlijk wel overgeven. Het middel van de dierenarts was sterker dan hij. Hij werd op de tafel getild en de foto’s konden gemaakt worden. Na tien minuten wachten, hoe anders dan bij mensen, kwam de arts terug met de resultaten. Het pootje was goed genezen, de prothese zat goed vast en alles zag er prima uit. Er werd een revalidatieschema opgesteld. Stef moet stevig aan de wandel. Geen kranten lezen onderweg, gewoon doorstappen en niet treuzelen. Over twee maanden mag hij ook weer naar zijn geliefde behendigheidsles.

Ik moet zeggen, het was een behoorlijke verademing. Je doet je best om de hond zo goed mogelijk te begeleiden en te beschermen voor ongelukken maar een Stafford rustig houden is volgens mij net zo makkelijk als tegen een peuter zeggen dat hij of zij de hele dag netjes moet gaan zitten. Vrijwel onmogelijk. We hebben ons best gedaan maar er waren wel eens onbewaakte momenten. En dan nam Stef de vrijheid die hem zo maar onverwacht geboden werd. Gelukkig waren deze momenten zonder consequenties.

Stef nam het ons allemaal niet in dank af. Nou moest hij weer mee naar dat raar ruikende huis. En kreeg hij weer van dat rare spul ingespoten waar hij zo suf van werd. Hij is de hele avond chagrijnig geweest. We hebben geprobeerd hem te paaien met snoepjes maar zelfs dat hielp niet. Stiekem hebben we er samen wel om gelachen. Het meeste nog van opluchting, dat wel.

 

 

Gestolen goed

petanque

Het kampeerseizoen is weer begonnen. De zon schijnt eindelijk, alles is geïnstalleerd en staat op de juiste plaats. De gasten begroeten elkaar, vertellen wat ze de afgelopen maanden hebben meegemaakt en hoe het gaat. Er wordt gehamerd en gerommeld. En de eerste petanque-wedstrijd wordt georganiseerd.

Nu is dat niet gelijk een competitie van nationaal niveau, dat nou ook weer niet. Maar er wordt wel fanatiek gespeeld. Ook wij zijn regelmatig aanwezig bezig. Waarschijnlijk hebben we de meest amateuristische ballen van het hele veld maar het plezier is er niet minder om. Toen de hoesjes het na jaren opgaven, toverde mijn maatje een koffertje tevoorschijn om de ballen in te vervoeren. Makita, stond er stoer op de buitenkant. Het gereedschap dat er in hoorde, lag gewoon thuis in de garage. Het koffertje kwam goed van pas. Het was ook heel herkenbaar, veel mensen hebben dezelfde groene hoesjes. Wij konden precies zien welke winnende ballenset van ons was.

Zoals gezegd, het was mooi weer, de eerste petanque-wedstrijd diende zich aan.

“Heb jij de petanqueballen gezien?”

“Die liggen toch onder de bank, bij het serviceluik.”

Wat we ook zochten, nergens een makita-koffertje te vinden. Wel ontdekten we dat we vergeten waren in het najaar het serviceluik op slot te doen. Niet heel slim maar gezien de omstandigheden toen wel begrijpelijk. En langzaam begon een mogelijkheid zich aan ons op te dringen.

“Onze petanqueballen zijn gestolen.”

Even was er verslagenheid, mensen hadden in onze spullen gezeten. Natuurlijk op zoek naar iets van waarde. En in een koffertje met daarop groot het logo van Makita zit doorgaans gereedschap. Qua gewicht misschien een accuboormachine, misschien wel met een extra accu. Het koffertje is behoorlijk zwaar. En ineens zagen we allebei de humor van het feit in. Want ach, wat een teleurstelling, als je je snel uit de voeten moet maken met je gestolen waar. En dat je dan thuiskomt en je buit blijkt een set van zes petanqueballen te zijn. Ooit in een ver verleden aangeschaft in een supermarché in Frankrijk. Wat jammer dat ik bij dat moment niet bij kon zijn.

 

Help, mijn man is klusser

tools-498202_1920

Wij Nederlanders willen alles perfect hebben. Daar kunnen we niks aan doen, zo zijn we nu eenmaal. Mensen die dit niet voor elkaar krijgen, die gaan we helpen. Of ze nu willen of niet. De meest verschrikkelijke hulpprogramma’s worden uit de kast getrokken. Je moet en zult gelukkig zijn, hoe dan ook. Een van de dingen die als eerste worden aangepakt, is de manier waarop wij wonen. Ons huis is een afspiegeling van ons zelf. En omdat wij natuurlijk ontwikkelen, dient ons huis ook ieder jaar weer aangepast te worden aan de dan geldende normen en modes. We kunnen niet gaan achterlopen, stel je voor. Dat kastje van tante Miep, dat moet nu toch echt weg. Hoezo nog heel mooi, geen boodschap aan, weg er mee.

We huren een programma in, Thomas komt langs, of, nog erger, John, en alles wordt precies zoals we het zelf niet willen maar wel volgens de laatste mode. We kunnen weer gelukkig zijn.

Hoe anders gaat dit bij Marijke. Zij woont inmiddels zes jaar in haar huis en de bijgebouwen, als eerste gerealiseerd, staan inmiddels tien jaar. Hoezo mode, hoezo “Eigen huis en tuin”. Marijke huurt gewoon lokale krachten in. In Nederland zijn wij gewend een klus uit te besteden aan een aannemer, in Gambia vraag je voor iedere discipline een andere man. Heel simpel.

Deze mensen besteden de klus ook weer verder uit. Zij vinden delegeren makkelijker dan zelf werken. Ze hebben ook een eenvoudig schema. Ze starten om 10.00 uur, gaan dan ontbijten en drinken om 12.00 uur koffie. Dat moet, tenslotte is de opdrachtgever een Nederlandse. Daarna gaan zij aan het werk. Om 15.00 uur is het lunchtijd en om 16.00 uur is het toch wel tijd om de pannen er op te gooien. Morgen weer een dag.

Als rasechte Nederlandse heeft Marijke vaak de neiging te roepen “Ga weg, ik doe het zelf wel.” Alleen, dat was vroeger misschien een optie, tegenwoordig roept het lijf haar tot de orde en moet ze lijdzaam toezien.

De uitvoering op zich is ook niet precies wat we in Nederland gewend zijn. Marijke probeert en dreigt maar niets helpt. Zelfs niet betalen is geen optie, de man in kwestie haalt zijn schouders op en vertrekt naar zijn volgende karwei.

Haar personeel is van goede wil hoor, dat wel, maar zelfs als ze voor doet hoe ze het wil hebben wordt ze niet begrijpend aangekeken. Ze blijft toch altijd die rare Nederlandse. Ook haar uitleg over het feit dat mensen in Nederland zelf aan het klussen slaan omdat een professional vaak niet te betalen is, wordt als heel bijzonder ervaren. In Gambia laat je klussen uitvoeren door mensen die het geld hard nodig hebben. Kwaliteit komt dan toch echt op de tweede plaats.

Inmiddels is het huis van Marijke inclusief haar lodges helemaal klaar. Dus wordt het tijd het complex te koop te zetten en om te gaan zien naar iets kleiners. Dit zal waarschijnlijk ook nog gebouwd moeten worden. Geduld wordt weer een schone zaak. Maar je hoort Marijke misschien wel mopperen, je hoort haar nooit klagen. Dat is het mooie, zij is nog altijd dankbaar dat ze daar mag zijn. En daar kunnen onze zelfhulpprogramma’s nog veel van leren.

 

Pensioen onder de Afrikaanse zon

oryx-214495_1280

Ik ken Marijke al heel wat jaren. Zij was vroeger een collega van mij. We werkten niet op dezelfde afdeling, dat niet, maar we kwamen elkaar wel vaak tegen. Zij vertelde mij toen al van haar droom om naar Gambia te verhuizen. Hoe Marijke kon vertellen over dat prachtige Afrikaanse land, je kon het bijna ruiken.

Na haar pensionering ging zij inderdaad haar droom achterna. Ze liet Nederland achter zich en vestigde zich onder de warme zon. Het leven in Gambia is geweldig. Natuurlijk zijn er ups en downs en veel dingen om aan te wennen. Maar ook veel dingen om dankbaar voor te zijn.

Marijke woont een uurtje verwijderd van al het toeristengedruis. Haar huis is omgeven door het prachtige Afrikaanse landschap. Haar verhalen over het landschap toveren een waar schilderij. Prachtige palmbomen aan de ene kant en het uitzicht over de oceaan aan de andere kant. Bij eb is in de verte het Pelikaaneiland in zicht. Marijke is er nog nooit geweest. Op haar leeftijd waagt zij zich niet meer in het houten bootje dat mensen naar de overkant brengt.

Dat is een nadeel van ouder worden. Je wordt wat angstiger. Marijke zegt het van zichzelf. Ik ben het niet helemaal met haar eens. Zij rijdt immers als een volleerd rallyrijder door het mulle zand. Ze trotseert wegen die dermate slecht zijn dat je ingewanden even nodig hebben om weer op zijn plaats te komen. Hoezo oud.

Natuurlijk, als je na je pensioen gaat verhuizen ben je niet meer piep. Maar als je kunt genieten zoals Marijke doet, ben je in je hart nog altijd jong.

Er zijn zoveel gouden momenten, zij geniet van het leven in al zijn eenvoud. Dicht bij de natuur. Het maakt een mens stil en vol verwondering. De geluiden. De vogels in alle soorten en kleuren. ‘s Ochtends drinken die uit de waterbakken die Marijke voor dat doel neerzet. Apen die de weg oversteken, slangen, varanen, de natuur is prachtig. Op haar dakterras geniet zij van de stilte. Hier kom je helemaal tot rust.

Is er dan niets aan de hand in het paradijs? Ja zeker wel. Marijke zet zich met hart en ziel in voor haar stichting om de mensen te helpen. De maatschappij in Gambia is hard. Op diezelfde zandweg waar Marijke zich met gevaar voor eigen lijf doorheen worstelt, gebeuren regelmatig ongelukken. Truckchauffeurs proberen snelheidsrecords te verbeteren en zien hierbij regelmatig voetgangers over het hoofd. Zij moeten later door de politie worden beschermd voor de woedende meute die verhaal komt halen. Een lynchpartij is vaak lastig te voorkomen. Het is een andere kant van het idyllische land. Marijke kan er alleen maar hoofdschuddend naar kijken.

Toch houdt zij van de mensen. Zij probeert hen te helpen met haar nuchtere Europese inslag. En zo lang zij dat kan blijven doen, blijft zij jong. Ik heb daar veel bewondering voor. En geniet van haar verhalen.