Afscheid van mijn jeugdidolen

Een van mijn jeugdidolen is niet meer. Zoals iemand het heel mooi verwoordde “another hero has passed away”. Naarmate je ouder wordt, gebeurt het je steeds vaker. Mensen die me in mijn jeugd hebben begeleid naar volwassenheid blijken ineens ook stervelingen. Zijn ook vatbaar voor ziekten, waarschijnlijk voor een deel veroorzaakt door een ruig en heftig leven. En vallen weg.

 Het valt niet mee, om dat te accepteren. Dat is voornamelijk te wijten aan het feit dat je zelf niet ouder wordt. Althans, niet in je hoofd. In je hoofd blijf je altijd die recalcitrante puber, die het allemaal veel beter wist. Die wel eens zou bewijzen dat het anders kon. Dat het zelfs anders moest. Omdat je never zou stappen in de valkuilen van je ouders. Je ouders, die tegen je zeiden “wacht maar, tot je net zo oud bent als wij”. En nu, nu je die leeftijd hebt bereikt, en je eigenlijk nog steeds niet weet waar ze het in vredesnaam over hadden, nu is het moeilijk accepteren dat de mannen en vrouwen waar je vroeger tegenop keek, een voor een worden geveld. Acceptatie, bah, wat een vies woord.

 In memoriam, Joe Cocker, rust zacht.

Advertentie

Sabia Engizek en Rafael van der Vaart krijgen realityserie

Waarom willen wij zijn zoals een ander. Waarom is het interessant hoe andere mensen leven. Is het een soort modern voyeurisme. Of is geld dan zo sexy dat we al naar mensen met geld willen kijken, ook al kunnen ze niks. Wat heeft Sabia gepresteerd, waarom is haar leven interessant? Wat kan zij, wat is haar achtergrond? Waarom moet ik iedere dag haar leven volgen? Als je haar naam googled kom je alleen informatie over haar relaties met bekende c.q. rijke mensen tegen en over de teloorgang van haar vriendschap met Sylvia Meis. Zelf ook een golddigger, maar dan nog wel een die werkt voor de centjes.

Natuurlijk staat het fenomeen niet op zich. We hebben natuurlijk ook al de avonturen van Andy en Melisa achter de rug. De succesvolle voetballer met zijn al even geslaagde vrouw, wier enige memorabele wapenfeit is dat zij in de Playboy heeft gestaan. Natuurlijk is dat zeker een prestatie, gezien het feit dat lang niet iedere vrouw hier voor gevraagd wordt. Maar toch.

Het lijkt dan ook een trend te worden. Geef de hele natie een kijkje in je privéleven en je wordt vanzelf een mediapersoonlijkheid. Als het maar bizar is. Het leven van Barbie en haar Michael wordt breed uitgemeten, iedere zichzelf respecterende Tilburger zit met samengeknepen tenen op de bank als stadsgenoot Roy Donders zijn mening over zakendoen en de liefde uiteen zet.

Is ons eigen leven dan zo saai? Zijn wij voor ons geluk dan echt afhankelijk van het ons identificeren met bekende mensen? Massaal schuiven we aan voor RTL Boulevard waar Bekende Nederlanders laten zien hoeveel ellende er in Afrika is. Natuurlijk wel nadat zij eerst zorgvuldig gekapt en gekleed zijn door Leco van Zadelhoff. Stel je voor dat je zorgvuldig opgebouwde imago door de Afrikaanse zon een weinig uitloopt. Ellende is goed, het moet alleen niet op je eigen gezicht te zien zijn.

De zorgvuldig gecultiveerde carrières van de sterren van Nederland worden in beeld gebracht. Als we zo leven, dan zijn we gelukkig. Echt waar, Albert Verlinde zegt het zelf.

Gelukkig staan wij Nederlanders hierin niet alleen. Sterren als Kim Kardashian en Paris Hilton worden ook niet gewaardeerd vanwege hun hoogstaande oeuvre. Zij zijn bekend omdat ze van gekkigheid niet weten wat ze met hun geld moeten doen.

En zij hebben gelijk, zolang het publiek er naar wil kijken. Het is natuurlijk niet de gek die het er voor vraagt.

Jammer alleen dat er op deze manier zo voorbij gegaan wordt aan de problemen van mensen die bijvoorbeeld door ziekte rond moeten komen van een uitkering en tegen hun kinderen moeten zeggen dat zij dit jaar echt niet op vakantie kunnen. Dat de voetbalclub toch echt te duur wordt en dat sneakers van de Schoenenreus net zo goed zijn als die kekke All-Stars. De mensen die geen cent te makken hebben. Of is dat ook weer een televisieprogramma?

Rechtop….

Het is zondagochtend. Gelovigen komen gereden in hun keurige auto’s, met een dennenboompje aan de spiegel om de penetrante gereformeerde geur te verdrijven, parkeren keurig in het gelid en schuiven rechtop in de banken om zich te laten stichten door de dominee.

Ik respecteer die mensen die iedere zondagmorgen stipt op tijd aanschuiven in de kerkbanken. Zij zijn er van overtuigd dat zij de juiste weg bewandelen en met hen hun medekerkgangers. Iedere zondagochtend buigen zij zich over de Schrift en het Woord. Zij halen hieruit de richtlijnen voor een vruchtbaar leven. Ik kan soms een tikje afgunst voelen, zij hoeven niet te twijfelen, dominee weet wat goed voor hen is.

Ik op mijn beurt, geniet op zondagmorgen van een wandeling in de natuur. Met de hond struin ik door de velden en bossen. Dat alles is onderdeel van, volgens de mensen die in de kerk zitten, Gods schepping. De zon schijnt over het water, de wereld lijkt heel even weer nieuw. Vogels beginnen aan een nieuwe dag, zijn druk met alles wat vogels de hele dag doen. De hond rent zijn eigen pootjes voorbij, enthousiast alles onderzoekend wat er op zijn pad komt. Geen tak is te groot, hij laat zich alleen tegenhouden als de beoogde tak nog vast zit aan een boom. En dan nog onder protest.

Mensen kom ik hier normaal gesproken niet tegen. Dat is niet erg, mijn gedachten en ik hebben op dat moment genoeg aan elkaar. Na een uurtje lopen ben ik weer op het beginpunt en ga ik terug naar huis.

Nu wil het feit dat mijn thuis grenst aan een oude wijk in mijn dorp. Vlakbij gelegen is zo’n kerk en zo komen de kerkgangers en ik elkaar dan regelmatig tegen. Zij gaan, net als ik, naar huis. En wat me dan opvalt, is dat de meesten mij en mijn hond bekijken met een intense blik van afkeuring. Alsof ik een zonde heb begaan. Omdat ik niet ben net als zij.

En daar kan ik nog steeds niet over uit. Dat die mensen, die kerkgangers, in tegenstelling tot wat je van die keurige mensen zou verwachten, zo weinig respect voor mij hebben. Zij monsteren mij van boven tot onder, gewogen en te licht bevonden. Het maakt me ook kriegel. Tenslotte weten zij niks van mij, zij weten niet of ik een slecht mens ben, of juist iemand die probeert iedereen in zijn waarde te laten.

De bekrompen gemeenschap van een klein dorp biedt namelijk geen ruimte aan andersdenkenden. Het woord zegt het al, anders, niet als wij. En anders is niet goed. Want als anders ook goed kan zijn, dan moet je daar over nadenken. En dat strookt weer niet met wat dominee op zondag van de kansel preekt.

Wat ook bijzonder is aan dit geloof, is dat er op weekdagen ontheffing geldt, een soort dispensatie, ook al is dat weer van een ander geloof. Op weekdagen namelijk, kan het geloof van deze kerkgangers aan de kapstok worden gehangen en is het toegestaan eigen belang en eigen gewin voorop te zetten. Op weekdagen gelden andere regels. Dan hoeft er niet stilgestaan te worden bij respect en waarde, dan is het ieder voor zich en God voor ons allen. Tenslotte wordt op zondag alles weer goed gemaakt.

Een bijzonder fenomeen. Ik kan weinig sympathie opbrengen voor deze mensen die zes dagen in de week voorbij gaan aan alles wat voor anderen belangrijk is. Die in alle arrogantie proberen zichzelf te verrijken door hun medemens te belazeren. En die dan de zevende dag met opgeheven hoofd de dominee horen vertellen dat alleen zij de hemel zullen verdienen. Omdat zij tot de uitverkorenen behoren.

Nee, ik loop dit gebouw heel snel voorbij. Want zoals een wijs man mij eens vertelde, in deze kerk zitten de mensen rechtop, maar niet oprecht.