Na die dag in dat raar ruikende gebouw waren baasje en vrouwtje heel voorzichtig met hem. Hij snapte er niet veel van. Ze hadden hem toch zelf daar mee naar toe genomen. Gelukkig kwamen ze hem ook wel snel weer ophalen. Maar wat er nou allemaal gebeurd was?
Zijn pootje in dat rare witte spul, zodat hij niet eens met zijn voet de vloer aanraakte. Hij kon zijn pootje ook niet buigen, heel vreemd allemaal. Toen dat er na twee dagen af mocht, had hij een hele kale poot. En dat ging jeuken. Maar daar mocht hij dan weer niet aankomen. Ook al zo raar. Hij hield zich maar rustig zodat er niet nog meer gekke dingen gebeurden. Stel je voor.
En dan nog die rare snoepjes die hij steeds kreeg. Sommige waren heel vies. Hij moest ze slikken, het vrouwtje stopte ze gewoon achter in zijn keel en hield zijn kaken op elkaar tot hij ze niet meer kon uitspugen. En je merkte er niet eens iets van. Maar er waren ook snoepjes, die waren zo gek. Als je die kreeg dan werd je daarna helemaal sloom. Ook die keer dat zijn tennisballenmaatje er was, toen kon hij bijna nog niet eens naar de bank komen. Hij ging gewoon halverwege op de grond liggen slapen. Zo raar, dat gebeurde toch nooit.
Gelukkig ging het twee weken later al een heel stuk beter. Hij ging gezellig met het baasje mee. Even moest hij wel slikken toen hij zag waar ze heen gingen. Weer dat rare gebouw waar het zo bijzonder rook. Hij had er niet zo op. Meestal gebeurden er zo maar akelige dingen als hij daar was. Gelukkig was nu er een hele aardige mevrouw die hem gelijk enthousiast begroette. Ze keek naar zijn kale pootje en knipte wat van de stomme draadjes af die er uit staken. Ze was wel tevreden, geloofde hij. Het baasje lachte dus het zou wel goed zijn.
Wel ging zijn pootje weer jeuken, daarna. En hij mocht er nog steeds niet aankomen. Hij zuchtte maar eens.
Ze waren nog steeds heel voorzichtig. Alle tennisballen waren weg. Hij wist niet waar ze heen waren maar hij mocht er niet mee spelen. Met niks eigenlijk. Hij mocht ook niet springen, ze hadden een opstap gemaakt naar de bank, zodat hij er alleen maar hoefde te lopen. Soms had het ook voordelen hoor, dan kwam het baasje lekker naast hem een tukje doen. Of bracht het vrouwtje een kadootje voor hem mee. Nee, daar had hij niet over te klagen.
Ook leek het wel of hij een nieuwe naam gekregen had. Hij heette niet meer Stef, hij heette voortaan Rustig. En hij snapte toch echt niet waarom. Hij had even pijn aan zijn pootje gehad maar dat was al weer voorbij. Hij kon nu echt weer gewoon rennen en springen. Alleen leek het wel of dat niet mocht. Mensen, hij zou ze nooit helemaal begrijpen.