Regen

boots-774533_1920

Iedere kampeerder kent het wel, een dag waarop het alleen maar regent. Je hoort het al als je ’s ochtends wakker wordt. Het ritmische tikken op de caravan of tent. In de tijd dat wij met een tent gingen kamperen, was dit bij voorkeur op de laatste dag. Dan kon je alles kliedernat inpakken en reed je urenlang met een muf ruikende tent in de auto naar huis. Gelukkig was het daar dan meestal stralend weer zodat hij ook weer snel droog was. Dat was dan weer een voordeel.

Nu zijn we wat luxer uitgerust en draai ik me nog eens een keer om als ik het hoor druppen. Geen stress, het droogt vanzelf wel weer een keer op.

Ik loop op zo’n dag ook graag een keer over de camping. Zeker in de zomer, als de temperatuur op zich prima is, zie je her en der kleine tentjes staan. “Hoe doen die mensen dat?”, vraag ik me af. Ik zie nergens stoelen en de tentjes zijn zo klein dat je er volgens mij alleen maar languit in kunt liggen. Ach, misschien zijn ze in hun slaapzak gekropen en wachten ze op betere tijden. Kinderen maakt het niks uit, die stappen in hun rubber laarsjes en vervolgens met gierende pret in de grootste plas die ze kunnen vinden. Lekker stampen, wie de hoogste spetters kan maken. Samen met hen kan ik daarvan genieten.

En een beetje schuldig moet ik ook toegeven dat ik ook altijd stiekem plezier heb als mensen niet in de gaten hebben hoe zwaar water kan zijn. Luifels die keurig waterpas gesteld zijn, buigen onder hun last en bezwijken. En dan moet je daar niet onder staan want daar helpt geen regenjasje aan. Vaak is het dan de vrouw die de laag water krijgt. Waarna de man ook weer de volle laag krijgt. Het is immers zijn schuld dat de luifel bezwijkt. Tenslotte heeft hij hem opgezet. Kamperen heeft zo zijn invloed op relaties.

Tegenover ons stonden op een gegeven moment mensen die duidelijk nog niet vaak hadden gekampeerd. De caravan stond prima maar zij hadden geen luifel bij zich. Hmm, geen probleem. Er werd een losse tent gekocht en die werd voor de caravan geplaatst. En voor beginners, ik moet het zeggen, was de tent uitmuntend opgezet. Keurig en kaarsrecht. Ze keken er allebei tevreden naar. Zij konden lekker buiten zitten. En inderdaad, dat ging prima. Helaas voor hen trok er op een gegeven moment toch een klein buienfront over. En natuurlijk net op een dag dat zij een dagje weg waren. Het superlichte materiaal was niet tegen zoveel geweld bestand en zakte heel langzaam maar wel zeker in elkaar. Het was een zielig gezicht, die stokken zo zielloos omhoog en het doek verfomfaaid in de plassen. Ik ben benieuwd wie van hen de schuld heeft gekregen. Ze hadden de tent toch in goede harmonie opgezet. Een dag later stond hij weer. Niet meer zo mooi wit, niet meer zo mooi strak maar waarschijnlijk wel wat beter bestand tegen het weer. Ach, al doende leert men.

 

Advertentie

Rages

smoothie-3697014_1920

Wij Nederlanders zijn een nieuwsgierig volkje. We staan open voor ontwikkelingen en rages en proberen alles uit. Uiteraard slaan we daar weer regelmatig in door. Iedereen moet verantwoord eten, een killerbody ontwikkelen en supersonische sapjes drinken. Dat deze er uit zien als iets dat door een filter met compost is gelopen, dat doet er minder toe. Het is goed voor je. We volgen collectief de gezondheidsgoeroe.

Tot er natuurlijk weer een nieuwe voorganger opstaat. Met een nieuw plan en een nieuw dieet. En hup, de hele goegemeente slaat mee af in de opdragen richting.

In de tijd dat mijn ouders dertigers waren, was de wereld een stuk kleiner. Zij hadden geen last van deze rages. Uiteraard was de wereld toen ook een stuk bekrompener, dat wel. Maar bij verjaardagen werden bakjes chips op tafel gezet. Toastjes met ham-prei salade. En natuurlijk glaasjes met sigaretten, met en zonder filter. Oei, je zou afgeschoten worden als je dat vandaag de dag zou wagen.

Het liefste bewandel ik de tussenweg. Ik ben allergisch voor rages die mij vertellen dat ik de hele dag moet leven op een rauwe wortel. Maar ik snap ook wel dat je niet ongestraft maar wat kunt doen. Ik ga ook niet naar de sportschool. Dat zit niet in mijn genen. In zo’n kleurig pakje stiekem kijken naar vrouwen die gestroomlijnd en gebruind met trots voor zo’n grote spiegel staan. Die staan ook nooit te klunzen. En ik regelmatig. Nee, dank u.

Ik koop ook nooit boeken van dergelijke goeroe ’s. Geen kookboeken en ook geen lifestyle-boeken. Daar word ik alleen maar verdrietig van. Die discipline kan ik echt niet opbrengen. Ik heb er trouwens ook geen tijd voor. Ik moet werken, plezier maken met mijn maatje, voor mijn hondje zorgen en dan wil ik ook nog wel eens gewoon ongegeneerd op de bank hangen. Liefst met een glaasje wijn. En als dat dan betekent dat ik geen killerbody ontwikkel, tja dat moet dan maar. Een mens kan niet alles hebben.

Ik denk alleen dat we moeten uitkijken met dat doorslaan. Ik heb niet meer de leeftijd dat ik me te veel zorgen maak over wat andere mensen van me vinden. Ik ben te oud om als schoonheidsideaal veel volgers te trekken op Instagram. Mijn account staat vol foto’s van mijn hond. Het zijn meer de jonge vrouwen waar ik me dan zorgen over maak. Ze moeten zo veel. Het hele plaatje moet kloppen en perfect zijn. Het lijkt me zo vermoeiend.

Soms is het best fijn om wat ouder te zijn. Het geeft op een bepaalde manier ook rust. Als ik in mijn oude afgewassen joggingbroek achter mijn laptop kruip om te schrijven of huiswerk te maken, vindt mijn maatje dat gezellig. Ik hoef het decorum niet op te houden. Ik kijk meewarig naar al die druktemakende vrouwen op televisie, die mij willen vertellen dat ik het helemaal verkeerd doe. En als mijn maatje dan vraagt of ik een wijntje wil, zeg ik volmondig “hè ja, gezellig”.

 

 

Suiker

pick-and-mix-171342_1920

Als kind kreeg ik van mijn moeder wel eens felgekleurde zuurtjes. Mijn zussen en ik deden een wedstrijdje wie de meest blauwe of rode tong had. De snoepjes op zich waren eigenlijk niet eens zo heel lekker. Het ging om de kleur. Waarschijnlijk zat er megaveel kleurstof in, ik weet het niet. Ik geloof ook niet dat mijn moeder zich er zoveel zorgen om maakte. We kregen ze niet iedere dag en ze werden ruim gecompenseerd door bruine boterhammen met kaas.

Tegenwoordig zijn dergelijke snoepjes zwaar verboden. Suiker is het nieuwe vergif. Van rode snoepjes word je agressief en blauwe snoepjes, laten we daar helemaal maar over zwijgen. Toch wel jammer voor de kinderen van nu. Als er toentertijd kinderen jarig waren, werd er in de klas getrakteerd op dropveters of spekken. Ik heb geen idee wat er tegenwoordig getrakteerd wordt. Volgens mij zitten zelfs in mandarijntjes te veel suikers. Op televisie zie ik dat het glazuur spontaan van mijn tanden springt als ik alleen nog maar kijk naar een banaan.

Wij gingen vroeger in de meimaand naar de Hasseltse kapel in Tilburg. Niet omdat we zo devoot waren, maar omdat er in die maand overal snoepkraampjes stonden om dat kleine kapelletje. Het was een waar walhalla voor ons kinderen. Je wist niet waar je moest kijken en wat je moest kiezen. Zuurballen, kaneelstokken, spekken, stroopsoldaatjes. Te veel om op te noemen. Ik weet dat het nog bestaat maar ik vind het al bijna een wonder dat het nog niet is verboden door de suikerpolitie. Waarschijnlijk worden de ouders die de kraampjes bezoeken verguisd door ouders die zich meer verantwoordelijk noemen.

Er waren in mijn kindertijd wel meer kinderen met een slecht gebit, dat wel. Maar ook dat heeft voor mijn gevoel meer te maken met het schoonheidsideaal van deze tijd. Tenslotte hoor je er als kind niet bij als je geen beugel hebt gehad.

Frisdrank had mijn moeder eigenlijk nooit in huis. We kregen thee, als we uit school kwamen. En gewone melk bij het eten. Maar misschien heeft iemand uitgevonden dat dat ook niet goed was. Je weet maar nooit. Waarmee ik nog altijd niet wil zeggen dat vroeger alles beter was, helemaal niet. Maar op sommige gebieden was het wel wat relaxter.

 

 

 

 

 

Roedel

Stef camping

Met een zucht keek hij naar het vrouwtje. Ze snapte er ook niks van. Hoe kon hij nou rustig gaan liggen als hij zo moest opletten. Op het plaatsje recht tegenover de caravan stonden die aardige meisjes met hun vader en schuin tegenover de caravan stond die vriend van het baasje. Eigenlijk was dat wel iets te ver uit elkaar. Zo kon hij niet goed overzien of er iets gebeurde. En daarom liep hij er steeds naar toe. Maar het vrouwtje snapte dat maar niet. Die riep hem steeds maar terug. Ze vond het ook veel te warm om teveel te lopen. Net of dat er iets toe deed.

Toen ze even iets moest doen, was hij toch maar weer overgestoken. Even kijken of alles in orde was. Hij hoorde aan haar stem dat ze er niet blij mee was. “Waar is Stef nòu weer?” Oei. “Waarom kan hij nou niet even rustig hier blijven, hij is de hele dag al op pad.”

Hij keek even om maar ze kwam met grote stappen op hem af. Aan zijn riem werd hij meegetrokken naar huis. Zijn voorpootjes raakten de grond niet eens. Hij ging maar gauw tussen de benen van het baasje liggen. Niet dat die hem dan hielp, die was het toch wel meestal eens met het vrouwtje. Hmm. Hij kon het ook niet goed uitleggen.

Die meisjes waren ook wel heel aardig. Als ze bij het kraantje stond riepen ze hem altijd. Dan ging hij ook even kijken. Dat mocht gewoon, het was op hun eigen plekje. Maar als hij dan naar hun camper liep, was dat weer niet goed.

Eigenlijk konden ze toch ook niet van hem verwachten dat hij nooit iets verkeerd deed. Mensen hadden zoveel regeltjes, onvoorstelbaar. En als je dan dacht dat je het door had, dan was het ineens weer anders. Het was toch niet te volgen. Mensen waren soms echt hele moeilijke wezens. Bij honden was het veel makkelijker. Je rook aan elkaar en soms snauwde je naar elkaar en dan wist je precies waar je aan toe was. Heel simpel. En zelfs dat vonden mensen vaak niet goed.

Gelukkig waren zijn baasjes niet zo heel moeilijk. Over het algemeen vonden ze wel veel dingen goed. Je moest er toch niet aan denken dat je de hele dag moest doen wat ze zeiden. Daarom probeerde hij zich wel te houden aan de regels. Alleen als de roedel dan uitgebreid werd, zoals deze week, dan was dat toch weer lastig.

Waarom konden ze niet gewoon bij elkaar blijven zitten. Met een zucht liet hij zich op zijn kussen zakken. Het was inmiddels donker en er was bijna geen geluid meer op de camping. Eindelijk rust.