Zijn tijd ver vooruit

Onderwijs

Individueel leren, maatwerk, toegespitst op het niveau en de kennisbehoefte van de leerling, het onderwijs van tegenwoordig is niet meer zo star als het vroeger was. Toen zaten wij als leerling braaf op onze stoeltjes en luisterden naar de leerkracht voor de klas. We volgden allemaal hetzelfde programma. Dat programma was niet gebaseerd op onze behoeften, welnee, het was gebaseerd op wat men vond dat wij moesten leren.

Mijn vader was een onderwijzer in hart en nieren. Het kleine plattelandsschooltje waar hij met zoveel toewijding jaren werkzaam is geweest, was hem dierbaar. In het begin had hij twee klassen in combinatie, (toen nog) klas 3 en 4. Later, toen het leerlingenaantal nog verder terugliep, kwam daar klas 5 bij. Het team bestond uit drie leerkrachten. Alle drie bevlogen om het kleine schooltje te laten voortbestaan. Generatie op generatie klepperde over de speelplaats, door de ouderwetse gang naar de klaslokalen met hoge ramen en grijze linoleum op de vloer. De houten tafeltjes en stoeltjes droegen de sporen van vele jaren gebruik. De lesboeken hadden ezelsoren.

Veel geld had de school niet. Dat deerde mijn vader niet. Hij ontwierp zijn eigen lesmaterialen. Kinderen die wat langzamer leerden, kregen andere oefeningen dan kinderen die wat sneller gingen. Zo verveelden de snelleren zich niet en haakten de langzameren niet af. Ook werd er niemand doorgestuurd naar speciaal onderwijs. Mijn vader zorgde ervoor dat hij zelf die kinderen klaarstoomde voor de middelbare school. Hij geloofde niet in hokjes, ieder kind had zijn eigen kwaliteiten. Je moest er alleen aandacht aan besteden. Hij bouwde de bestaande leermethoden om naar iets dat geschikt was voor alle kinderen.

Natuurlijk waren er ook ouders die het helemaal niet met mijn vader eens waren. Die werden door hem een beetje laatdunkend “nieuwlichters” genoemd. Ik weet niet wie er gelijk had. Mijn contact met het onderwijs en leren in het algemeen kwam pas heel veel jaren later tot stand. Ik heb er ook geen mening over. Ik weet alleen dat mijn vader heel eigenwijs kon zijn

Na 39 jaar als onderwijzer nam mijn vader afscheid. Drie generaties uit het dorp kwamen afscheid nemen. Het was een mooi gezicht dat mijn vader zichtbaar ontroerde. In het interview dat met hem werd gehouden voor de plaatselijke krant vertelde hij “het waren allemaal lieve kinderen”. En ik denk dat dat ook zijn drijfveer was. Voor mijn vader waren alle kinderen gelijk. Ze hadden alleen allemaal andere aandacht nodig. 

Het moderne leren is toegespitst op de mogelijkheden en behoeften van de individuele leerling. Er wordt gekeken naar de leerling zelf en niet naar de groep als geheel. Mijn vader zou trots zijn geweest. Eigenlijk was hij zijn tijd ver vooruit.

 

 

Advertentie

Grijze plaag

bus-interior-1448669-639x426

De maanden september en oktober zijn bij uitstek geschikt voor het maken van busreizen. Waarom dat is, weet niemand, maar iedereen die in deze periode wel eens op pad is geweest, is hier mee geconfronteerd. Omdat mijn lief en ik geen kinderen hebben, gaan wij ook graag in september op vakantie. We nemen de auto en rijden naar Frankrijk, Duitsland of een ander land in Europa. Omdat het geen wedstrijd is, gaan we graag op tijd van de snelweg af om koffie te drinken en een broodje te eten. En dan begint het.

Het eerste dat meestal nodig is, is een bezoek aan het toilet. Tegenwoordig zie je steeds meer systemen waarbij je geld in de automaat gooit en dan een tegoedbonnetje terugkrijgt waarmee je bij de kassa korting krijgt op je aankoop. Deze systemen zijn voorzien van een poortje. Je gooit geld in de gleuf en het poortje geeft je toegang tot de ruimte. Zie daar het eerste probleem.

“Hoe werkt dit?”

“Hoeveel geld kost dat?”

De beurs wordt uit mega-tas of grijze broekzak gepeuterd en er wordt gezocht naar muntjes.

“Oh, je moet er tegen duwen.”

“Vergeet je bonnetje niet.”

Eindelijk wordt het poortje in beweging gezet en kan ik ook verder.

In het restaurant zelf is het ook een gekrakeel van belang. Er wordt gediscussieerd over ‘hoe het werkt’ en ‘waar je een dienblad kunt halen’. Grijze duiven gaan ook voor niemand opzij. Waarschijnlijk verkeren zij in de veronderstelling dat ze voldoende hebben bijgedragen aan de maatschappij en dat iedereen hen nu met respect moet behandelen. Dus hup ik van het ene been op het andere in afwachting van een plekje bij de koffie-automaat. Ook bij de vitrine met broodjes is het een drukte van belang.

“Wat neem jij?”

“Ik weet het niet, het ziet er wel goed uit”

“Het is anders wel duur hoor.”

En ik denk, kom op, neem een beslissing. Als je het te duur vindt, had je in de bus moeten blijven zitten. Had mij weer een plekje gescheeld.

Toch is het ook altijd weer een feest om al die grijze duiven te bekijken. Wij zijn niet zo besluiteloos en een koffie met een broodje is zo gekocht. En dan is het natuurlijk zaak een tafeltje te zoeken met een strategisch uitzicht. Zeker als ik met mijn zus ben, is dit belangrijk. Samen zie je meer dan alleen. Het is heerlijk al die terlenka pantalons en bloemetjesblouses met vormeloze kuitbroeken voorbij te zien paraderen. Soms is het net of de dames allemaal winkelen in dezelfde kledingzaak. In het dorp waar ik lang gewoond heb, heette die winkel De Vries Damesmode. Zij hadden een groot assortiment bloemetjesjurken met een touwtje om het middel.

Ik heb altijd wel een groot medelijden met de chauffeur van de bus. Je zult toch maar dag in dag uit met een dergelijk gezelschap op pad moeten zijn. Dat was toch vast niet het beroep dat je noemde toen de juffrouw op de kleuterschool vroeg wat je later wilde worden.

Nee, als we op het parkeerterrein van een wegrestaurant veel touringcarbussen zien staan, rijden we graag nog een uurtje verder.

 

 

 

 

Het is weer geen weer

overstroming

Ik heb altijd gedacht dat klagen over het weer was voorbehouden aan Nederlanders. Tenslotte is het in ons kikkerlandje of te warm of te koud. “Het is hier altijd hollen of stilstaan, poeh, van mij hoeft het niet hoor, die hitte.” Maar oh wee als het in de zomer een paar dagen durft te regenen, dan boeken we massaal een last minute naar een warm land.

Wat was ik dus verbaasd toen Marijke mij vertelde over haar Gambiaanse vrienden. Het blijkt namelijk dat ook Gambianen er wat van kunnen. Het is of te heet of te droog. De wind is te warm en geeft veel te veel zand. Natuurlijk is dit alleen in het droge seizoen. Het regenseizoen geeft nog meer overlast.

Voor ons Europeanen is het regenseizoen in het Afrikaanse land prachtig. Een groene waas vormt zich over het anders zo dorre land. De natuur ontploft en overal bloeien de meest exotische bloemen. De atmosfeer zoemt door alle insecten die na hun metamorfose hun weg zoeken. De lokale bevolking vindt het alleen maar lastig. Alles moet zorgvuldig dicht gehouden worden want dat ongedierte kruipt overal doorheen.

Op het hoogtepunt van dit seizoen regeert de regen. Storm en onweer geselen de natuur. Door de slechte conditie van wat zij het wegennet noemen en het volledig ontbreken van een riolering, blijft het water overal in plassen staan. De grond is verzadigd en het water kan nergens heen. Met als gevolg dat alles onderloopt. Ook zijn, in tegenstelling tot wat wij gewend zijn, veel huizen gebouwd van modder. Het dak moet dan ver genoeg oversteken. Is dit niet het geval, dan worden de muren nat en wat er dan gebeurt laat zich raden. Het hele huis zakt als een mislukte soufflé in elkaar. Dit is ook de enige keer dat de Gambianen hun stoïcijnse gedrag veranderen in actie. Natuurlijk wel pas na het regenseizoen. Dan worden nieuwe modderblokken gevormd en wordt een nieuw huis gebouwd. Althans, de muren worden gezet. En als de eigenaar geen geld heeft voor een nieuw dak, wordt het regenseizoen weer gevreesd. Het is een cirkel.

Gelukkig is daar dan Marijke met haar nuchtere Nederlandse inslag. Zij gaat niet wachten op de volgende regenbui met vreselijke gevolgen maar onderneemt actie. Tijdens de ramadan is het de bedoeling dat mensen iets goeds doen voor elkaar. En zo kon het gebeuren dat met behulp van de gemeenschap binnen drie dagen een nieuw dak was geplaatst. Weer een gezin dat droog verder kon. Marijke kon tevreden zijn.

De enige grote schade van het jaar werd toegebracht aan de mangoboom. Die zal dit jaar geen vruchten dragen. Maar als dat het ergste is.

 

Al heel lang familie

 

fish-brothers-1252121-640x480

Familie zoek je niet uit, die heb je nu eenmaal. En soms is daar dan ineens een familielid bij die toch wel bijdraagt aan het begrip ‘vriendschap’. Zijn neef is daar een voorbeeld van. Hij is een paar jaar ouder dan hij, dus hij kent hem al zijn hele leven. Vroeger moesten ze iedere zondag mee naar oma. Daar zag de hele familie elkaar. Een gewoonte die je tegenwoordig niet veel meer tegenkomt. Al denk ik dat er niet veel kinderen zijn die er naar verlangen. Het was ook vaak een bezoeking, zeker als het buiten mooi weer was.

Toen ze wat ouder werden, gingen ze ook meer samen ondernemen. Wat een heerlijk moment toen zijn neef de respectabele leeftijd van 16 jaar bereikte. Met een bromfiets konden ze toch sneller op pad. De arme Tomos werd volgeladen met visspullen zodat ze zeker een hele dag vooruit konden. Ik weet eigenlijk niet of ze veel vis vingen. Dat vertellen de visserslatijnen verhalen niet. Wel werd me duidelijk dat de samenstelling van visvoer enorm belangrijk was. De hoeveelheid hennep en duivenpoep die werd toegevoegd bepaalde toch een groot deel van het succes. En de smaak van de boterhammen, als ze vergeten waren de handen te wassen voor het eten.

Soms sloeg de vermoeidheid bij hem toe en was het moeilijk vasthouden, achter op die Tomos. Toen hij bij een val tijdens het rijden zijn splinternieuwe hengel brak, was het lastig thuis komen. Gelukkig hadden zijn ouders wat dat betreft een rotsvast vertrouwen in hem. Zijn vader ging op hoge poten verhaal halen bij de hengelsportzaak. “Het kan toch niet zijn dat een hengel breekt bij de eerste de beste grote vis die je aan de haak slaat.” 

Door de jaren veranderde het leven maar bleef de vriendschap. Er kwamen echtgenotes in beeld, kinderen, met alle perikelen daar omheen. Maar voor raad en advies bleef hij zijn neef opzoeken. Andersom kon hij zijn neef ook helpen. Zo onhandig als hij zelf was bij het invullen van belastingpapieren, zo weinig bedreven was zijn neef bij het hanteren van gereedschap. Tot op het niveau dat zijn kinderen vaak zeiden “laat maar pap, we bellen jouw neef wel even, die kan dat wel.”

Het leven was niet altijd leuk maar ook dat deelden ze met elkaar. Avonden konden ze samen bomen, onder het genot van een drankje. De weekenden, die ze samen op pad gingen, zijn dierbaar. En niet alleen om de gesprekken, ook om het onbezorgde plezier dat ze met zijn allen hadden. Hij moest er wel aan wennen, vissen met je neef is heel wat rustiger dan wanneer diens zonen erbij zijn. Vooral de jongste was een regelrechte verhalenverteller. Dat startte op het punt dat hij zijn ogen open deed en pas wanneer hij ’s avonds sliep was het weer stil. Maar ook dat was onderdeel van het plezier. 

Inmiddels zijn ze jaren verder en is de vriendschap een van de ankers in zijn leven. Hij ziet zijn neef niet iedere dag maar weet dat hij er is. En als ze elkaar zien, is het weer als vanouds. Alsof ze weer klaar staan om samen op pad te gaan. De Tomos is verruild voor een Toyota maar het gevoel is nog hetzelfde.

 

 

 

September

september

Ik kan er niks aan doen, september is mijn meest favoriete maand van het jaar. De zomer is heerlijk, zeker als het mooi weer is, maar niks kan op tegen de charme van het najaar. Het beseffen dat er een ander tijdperk aan komt, dat de kleuren nog een keer feller worden, de ochtenden ruiken naar dat zoete gevoel van heimwee. Denken over wat is geweest en wat we allemaal hebben meegemaakt. Het grote voordeel van niet meer piepjong zijn. 

Natuurlijk is niet alles eenvoudig te verwerken. Soms moet je accepteren dat bepaalde dingen niet meer vanzelf gaan. Als je jong bent, en overtuigd van je eigen gelijk, maak je voor jezelf een planning. Ik ga dit doen, dat doen, en als ik dan 55 jaar oud ben, ga ik met pensioen. Dan heb ik gezorgd dat dat mogelijk is, ik hoef dan alleen nog maar te doen wat ik leuk vind. Maar plannen is wel mooi, het leven zorgt toch altijd dat het anders loopt.  

Zo kan het voorkomen dat je te kampen krijgt met een ziekte, of een aandoening. “Leer er mee leven”, is de boodschap. Makkelijk gezegd, lastiger gedaan. Vooral als je in je hoofd gewoon 35 blijft. En vooruit wilt. Het moeilijkste is accepteren dat bepaalde zaken steeds meer moeite kosten. Lachend roepen we tegen elkaar dat we een nachtje doorhalen echt niet meer trekken. Dat we dan twee dagen moeten bijkomen. De waarheid is dat het gewoon echt niet meer lukt. Bijwerkingen van medicijnen zorgen daarvoor. Niet slikken is geen optie, dan is het helemaal niet te doen

Accepteren. Vroeger vond ik dat een vies woord. Als je maar wilt, kun je alles. Helaas is dat niet waar, en kom je daar door schade en schande achter. Het maakt wel dat je milder wordt. Wat dan weer een voordeel is.

Gelukkig zijn we nog niet oud. En is het anders inrichten van je leven ook weer een mooie uitdaging. Het is een cliché maar als er ergens een deur sluit, gaat er echt weer een andere open.

September, ik koester het gevoel van heimwee. Eens per jaar mag dat. En dan weer snel verder, zonder om te kijken.