Ieder mens heeft recht op een aantal bijzondere eigenschappen. Zo hou ik van sorteren. Dat klinkt redelijk dwangmatig maar ik kan er prima mee leven. Sorteren geeft me rust, vooral in mijn hoofd.
Ik weet nog dat we mijn schoonouders hielpen met verhuizen van een huis met schuur en garage naar een seniorenappartement. Dat op zich was al een klus, er moest van heel veel zaken afscheid genomen worden. Met name de inhoud van de schuur was een probleem. Al die potjes met spijkertjes en schroeven. Mijn schoonvader had alles gesorteerd en geclassificeerd onder de noemer “van alles wat”. En omdat mijn maatje nu eenmaal ook niet sterk is in weggooien, ging de meeste voorraad mee naar huis. En toen ging ik sorteren, heerlijk. Verstand op nul en schroefjes schuiven. Ik werd er helemaal rustig van.
Ik tel ook. Ik kan prima zien wat drie of vier suikerklontjes zijn maar toch tel ik ze af. Een, twee, drie, vier.
Toen ik op mijn arm de initialen van mijn maatje en mijzelf liet tatoeëren, was ik daar toch niet tevreden mee. Wel met de letters zelf, die waren precies zoals we wilden. Maar het gevoel dat er iets miste, bleef aan me knagen. Het duurde even voordat ik het begreep. En een afspraak maakte bij de verantwoordelijke voor die initialen. Hij zette op mijn andere arm een kleine afbeelding van mijn sterrenbeeld. “Kijk” zei ik tevreden, “nu loop ik weer recht.” De tattoo-man keek me verwonderd aan, ik denk niet dat hij die reactie vaak kreeg.
Het wordt wel wat minder hoor. De neiging om alles recht te zetten kan ik tegenwoordig prima onderdrukken. En ik kan heel goed leven met het feit dat andere mensen geen last hebben van een gebrek aan symmetrie.
Ach, degene die er het meeste de draak mee steekt ben ik zelf. Ik zie mezelf de dingen recht zetten. Net als mijn vader vroeger als hij de tafel dekte voor het ontbijt. De botervloot kaarsrecht naast de broodschaal. Ik heb het denk ik van geen vreemde.