Ik ben best een zorgvuldig mens, al zeg ik het zelf. Niet dat heel erg opgeruimd ben, maar ik hou meestal alles goed in de gaten. Vandaar dat de schrik ook groot was toen iemand kwam aanlopen met twee lege doosjes waar ooit muizengif in had gezeten. En onze hond heel vrolijk kwispelend in haar kielzog mee liep. Verschrikt wrikte ik zijn bek open en zag dat in zijn vervaarlijke kiezen een heel vreemd blauw goedje zich had genesteld.
Nu wil het feit dat Stef, onze hond, op dieet is. Het arme dier heeft de hele dag honger. Natuurlijk is dit voor zijn eigen bestwil. Heeft hij er erg in dat hij geen taille meer over houdt als wij hem zijn gang laten gaan. Dus alles wat ook maar riekt naar iets eetbaars, is voor het arme dier een regelrechte uitdaging.
Muizengif, wat nu. Een telefoontje naar de dierenarts vertelde dat ik direct moest komen. Het gif moest uit zijn maag, en wel direct. Stef snapte er niks van. Hij had toch lekker gesnoept, wat deden die mensen allemaal raar. Ik gooide hem bijna achter in de auto en reed met behoorlijke vaart richting dierenkliniek. Het is maar goed dat de buitenlandse chauffeur die voor me reed en de weg niet exact wist, mijn verwensingen niet allemaal kon horen. De arme man zou behoorlijk overstuur zijn geweest.
In de dierenkliniek kreeg Stef een heerlijk blikje eten. Dit maakte zijn dag in één keer goed. Arme dier, wist hij veel. Want nog geen minuut daarna kreeg hij een injectie in zijn poot. “Lieve hond”, vond de dierenarts, “hij doet niet eens lelijk naar me.” En toen was het wachten tot hij ziek werd. Zijn maag moest immers leeg. Ik zag mijn arme vriendje ziek worden. Hij snapte er niks van. Maar Stef is een taaie hond, hij wilde zich niet laten kennen. Niet voor het vrouwtje, niet voor die vreemde meneer die hem zo vreselijk voor de gek had gehouden. De maximale dosis misselijkmaker moest er aan te pas komen voor Stef zich overgaf en de inhoud van zijn maag deponeerde precies naast de kranten die de dierenarts voor dat doel op de grond had uitgespreid. En één keer was niet voldoende, tot drie keer toe werd er een flinke klodder groene smurrie neergelegd. De dierenarts trok handschoenen aan om het op te ruimen. Hij vertelde me dat Stef wat suffig zou zijn, de rest van de dag, maar dat het leed volgens hem wel geleden was.
Pas later, toen ik al lang en breed thuis was, sloeg de paniek toe. Mijn arme maatje, hoe verkeerd had het af kunnen lopen. Ik zou het mezelf nooit vergeven hebben. Stef heeft er gelukkig niks van overgehouden. Maar wat ben ik die collega dankbaar dat ze die lege doosjes heeft ontdekt. Het had heel anders kunnen lopen.
Poeh! Schrikken zeg. Gelukkig goed afgelopen.
Huisdieren? Je maakt wat mee. Weet er alles van.
LikeLike
Jeetje Machteld, dat is schrikken!! Gelukkig goed afgelopen dankzij je collega!! Top!
LikeLike