De stralende herfstzon verwarmt het kleine kerkhof dat scheef geleund ligt tegen de zijkant van het kleine kerkje. Ik loop door de paden en lees de namen op de oude verzakte grafzerken. Het is bijna november, overal staan bloeiende bolchrysanten. Het geeft het kerkhof iets feestelijks, alsof herrijzenis inderdaad aanstaande is. Het is er stil, het enige dat je hoort zijn de vogels. Zij voelen zich niet bezwaard door de aanwezigheid van zoveel herinneringen en nagedachtenis.
Het heeft een bijzondere aantrekkingskracht op mij, zo’n oud kerkhof. Iedere vakantie moet ik er even heen, naar het kerkhof in de plaats waar wij op dat moment zijn. “Macaber”, zegt mijn familie, ze gaan dan ook echt niet mee. Maar ik loop langs namen en jaartallen en probeer me voor te stellen hoe mensen geleefd moeten hebben. Het laat me nadenken over de eindigheid van het leven en geeft me het gevoel een nietig ding te zijn in een groter geheel. Diepe gedachten die eigenlijk helemaal niet bij het vakantiegevoel horen. Het maakt mij niet uit, het is een andere wereld maar ik houd er van.
Het vreemde is dat ik vrijwel nooit naar het kerkhof ga waar mijn vader begraven ligt. Ook dat is een klein kerkhof bij een evenzo klein kerkje in een dorpje dat mijn vader heel dierbaar was. Zijn graf ligt bijna tegen de kerk aan, ik zie het zo voor me, rechts in de hoek. Vlak bij de kindergrafjes. Het lijkt wel of dat toch te dicht bij komt. Terwijl het overlijden van mijn vader al meer dan vijftien jaar geleden is. Ik mis hem niet meer in mijn dagelijkse leven. Hij is een dierbare herinnering geworden. Tijd doet dat met herinneringen, de scherpe kantjes gaan er af en maakt de nagedachtenis tot een kostbaar iets.
Ik hoor het uitbundige gezang van een kleine vogel. Hij brengt een ode aan alle mensen die hier hun laatste rustplaats vonden. Zoveel levens, zoveel herinneringen, samengebracht voor eeuwig. In de familiegraven rusten ouders, broers en zusters vredig. Alle ruzies en onenigheden zijn vergeten en niet meer belangrijk.
Even kijk ik nog even binnen in het kerkje. Het is er koud, de houten stoelen staan keurig in een rij op de oude stenen vloer. Paden zijn uitgesleten door de gelovigen die hier komen luisteren. Het is geen rijke parochie, de eenvoudige glas-in-lood ramen laten het licht diffuus schijnen over het houten altaar. De kandelaars zijn zonder de zo typische opsmuk. Meer in lijn met de eenvoudige timmermanszoon die op een ezel reed.
Bij het Mariabeeld staan kaarsjes te branden. Ook ik volg de gewoonte en steek een kaarsje op. Natuurlijk heb ik geen geld bij me, ik ben immers zo maar even hierheen gelopen. Ach, de intentie blijft hetzelfde. De katholieke kerk kan mijn euro vast wel missen. Buiten sta ik nog even stil en neem de omgeving in me op.
Dan laat ik het kerkhof voor wat het is en ga terug naar de bewoonde wereld. Het duurt nog even voor ik het bijzondere gevoel kwijt raak.
Mooi. X
LikeLike
Wat het toch met je doet….. bijzonder!!
LikeLike
Wat mooi en zo herkenbaar. Bij mij in de straat ligt een heel oud kerkhof waar in de Middeleeuwen nog een kerk heeft gestaan. Ik kom er enkele keren per week. Midden in het dorp en toch is het er stil. Oude graven, schitterende bomen, serene rust. Op de grote algemene begraafplaats waar mijn ouders, familie en kennissen liggen, kom ik bijna nooit.
LikeLike
O, wat leuk. Ben dus niet de enige die dit soort dingen doet. Mooi beschreven en heel herkenbaar!
LikeLike