Opgeruimd

Hoe gezellig ik het ook vind in huis, ik kan niet wachten om de kerstspullen weer op te ruimen en naar zolder te brengen als de feestdagen voorbij zijn. Opruimen, heerlijk. Over tot de orde van de dag.

Want waar ik nooit bij stil heb gestaan, is hoe die stomme kerstreclames binnen kunnen komen. Al die supermarkten die je vertellen dat je gezellig samen met je geliefden moet eten met kerst. Dit jaar was er zelfs een reclame die riep “liefste ik kan je niet missen”. Het klinkt als een hele foute smartlap maar toch voelt het weer als een tik. Daar kunnen die mensen niks aan doen hoor, ik heb er zelf ook nooit bij nagedacht. Maar je wordt iedere keer weer met je neus op de feiten gedrukt. En er is geen ontkomen aan, je kunt geen zender kiezen of ze komen voorbij. Op de radio is het zo mogelijk nog erger, overal schallen de kerstliedjes door de ether. Driving home for Christmas, huhuh.

Nee, het is prima zo. Nog even alle nieuwjaarsrecepties doorstaan en dan kunnen we weer verder. Het lijkt zelfs of de dagen dan zichtbaar weer wat langer worden. Maar dat kan natuurlijk ook idee zijn. Of wishful thinking, wie weet. Het maakt me niks uit. Ze worden in ieder geval niet korter. Een nieuw jaar, nieuwe ervaringen en nieuwe herinneringen.

Goede voornemens heb ik ook dit jaar weer niet gemaakt. Ik moet dan altijd denken aan de Loesje-spreuk, “Begon de dag met tien goede voornemens. Ze zijn nu al op.” Ik denk dat ik het komende jaar ga wennen aan dingen doen zonder daarbij af te stemmen. Toen ik met mijn maatje was, deden we dingen samen. En dan hou je toch rekening met de ander. Dat gaf niet, dat was fijn, dat zou ik heel graag nog willen doen, maar nu is dat niet meer. Afgelopen jaar ben ik geloof ik meer bezig geweest met overleven en proberen alles zo goed mogelijk op de rit te krijgen. Nu zie ik het jaar met wat meer vertrouwen tegemoet. Oh zeker, er zullen moeilijke momenten genoeg komen. Waarschijnlijk ook op momenten dat ik er niet op beducht ben. En dan zullen er ook best wel tranen zijn. Maar toch, ik denk wel dat ik het kan.

Advertentie

Kerstfilms

Kerstfilms, heerlijk. Ik weet het, het is zoet, het is Hallmark en het is absoluut niet de werkelijkheid maar eens per jaar mag ik daar van mezelf ongegeneerd naar kijken. Een kerst zonder Scrooge is eigenlijk voor mij geen kerst. Het liefst kijk ik dan ook nog een beetje een oudere versie, waar de nostalgie vanaf druipt. Of natuurlijk de versie van de Muppets, maar dat is omdat ik een enorme fan ben van Waldorf en Statler.

Wat ook vaak voorbijkomt en waar ik dan toch ook weer naar kijk, is Love Actually. Hoe oud is die film inmiddels? Vast al wel twintig jaar. Maar het blijft leuk. Het is ook zo’n heerlijk vast format, jongen / meisje komen elkaar tegen, vinden elkaar leuk, krijgen ruzie (of worden op een andere manier uit elkaar gedreven) en op het einde van de film krijgen ze elkaar. Je zou denken dat we daar wel doorheen prikken maar nee, de bioscopen lopen nog altijd vol bij dit soort verhalen.

De enige film waar ik dan wel weer allergisch voor ben, is Home Alone. Dat kan ik niet meer zien, dat is zo vreselijk uitgemolken. En zo vreselijk flauw. Die sla ik dan toch maar over.

En dan is Kerst toch wel de uitgelezen periode om met dikke sokken en een dekentje naar deze romantische zoetigheid te kijken. Op zondag, als je niks te doen hebt en als het buiten dusdanig weer is dat zelfs Stef op de bank blijft liggen. En dan tegen het einde van de middag een glaasje port. Soms heb je helemaal niet veel nodig om het goed te hebben.

Je moet er alleen niet te vroeg mee beginnen, dan gaat het op een gegeven moment ook tegenstaan. Net als de kerstliedjes op de radio, dat is ook alleen maar leuk op de kerstdagen zelf.

Ik heb nog niet gekeken wat er geprogrammeerd staat. Vast wel een of andere uitvoering van Scrooge. En wat dingen die de zakken van meneer Disney weer spekken. Ach, het is maar eens per jaar. Voor je het weet is het alweer januari.

Donkere dagen

Zelfs Stef is ‘s morgens niet “uit bed” te krijgen. En ik heb er toch ook wel last van hoor. De wekker loopt af en ik denk “jakkes, het is nog helemaal donker buiten.”

Het ergste is het in het weekend. Dan vindt Stef tegen half 8 toch wel dat het tijd is om naar beneden te komen. Hij roffelt de trap op en af en springt op bed om er voor te zorgen dat ik toch wel begrijp dat het tijd wordt voor zijn brokjes. Natuurlijk is hij niet de baas en rek ik het, toch zeker wel tot half 9, maar dan kan ik ook niet meer blijven liggen. Dus, joggingbroek, dikke trui, dikke sokken, heel charmant, en dan naar beneden. Eerst het belangrijkste, brokken voor Stef. En dan koffie en ontbijt voor mezelf.

En daar zit je dan, nog half in het donker. Ik zal zo blij zijn als het 21 december is. Dat is toch wel een van mijn meest favoriete dagen. Waarom? Nou, dat is de dag van de Winterwende, dan worden de dagen weer langer. Ik ben niet de enige hierin, al duizenden jaren vieren we deze gebeurtenis op ons halfrond. Het bepaalt het moment waarop het licht na een periode van duisternis en verwijdering weer rechtsomkeert maakt. Zelfs de katholieke kerk, vindingrijk als zij is, heeft de Winterwende overgenomen en er kerstmis van gemaakt.

Als kind vond ik de kerstvakantie de gezelligste die er was. De kerstboom stond in huis, dat rook lekker. We keken naar de oubollige kerstfilms op televisie en speelden Monopoly. Kinderen hebben ook geen last van kou, lijkt het wel. Nu moet ik zelf voor gezelligheid zorgen en dus heb ik een kerstboom gezet. Natuurlijk werd mijn creativiteit weer direct op waarde geschat en werd er goedmoedig gelachen om mijn poging. Hij blijft maar scheefzakken, ik moet toch nog eens kijken hoe ik dat kan fixen. Maar goed, de lichtjes branden.

Ik laat ze ook de hele dag aan. Dan kom ik in ieder geval niet thuis in een donker huis.

Stef ziet al die versieringen maar eens meewarig aan. De zingende kerstman die in de stoel zit, wordt door hem volledig genegeerd. Gewogen en te licht bevonden. Nee, Stef heeft na zijn ontbijt geen last van het donker. Als ik aan mijn koffie zit, kijkt hij me even aan, loopt naar de bank, krult zich in zijn deken en begint tevreden te snurken. Hij is een gezegende ziel.

Haast is niet handig

Ik weet het, als je haast hebt, loopt het meestal net even anders. Maar soms zit het ook gewoon zo maar even tegen. Of loopt een planning weer in de soep. Zo ook op een woensdag, even geleden. Het begon gewoon, wekker, opstaan, koffie, ontbijt, spullen. Hup, Stef in de auto en op pad. Oh ja, nog even langs de supermarkt, dan hoeft dat straks niet meer. Dat kon nog best.

Stef bleef even op de achterbank en ik pakte snel wat ik moest hebben. Het was al best druk maar er waren twee kassa’s open dus ik zag zo geen probleem. Ik legde mijn spullen op de band en besefte al na een minuut dat ik weer eens in het verkeerde rijtje stond. Uiteraard, zou ik bijna zeggen. De oudere man die vooraan in de rij stond, probeerde te betalen met een kortingsbon. De QR-code op het verfrommelde kaartje gaf meedogenloos aan dat het originele tegoed al lang gebruikt was. De oude man naam daar geen genoegen mee, helaas. De kassière werd langzaam wanhopig. Maar de man bleef volhouden, net zo lang tot uiteindelijk de supermarktmanager ten tonele verscheen.

Ik hupte van mijn ene voet op mijn andere en overwoog of ik niet naar de andere kassa zou verhuizen. Alleen, mijn spullen lagen al op de band en die van mijn achterbuurvrouw ook. De oude man koos na lang soebatten eindelijk eieren voor zijn geld en we schoven op. De man voor me had maar één artikel dus dat zou snel gaan. Tot hij ook een slof sigaretten moest hebben. “Die moet ik even uit het magazijn halen.” De kassière liep weg.

En daar stonden we weer. Te huppen van de ene voet op de andere. Ik keek maar eens op mijn horloge. Toen ik eindelijk aan de beurt was, kon ik alleen maar zuchten van opluchting. Ik scande mijn app. En natuurlijk sloeg toen het noodlot weer toe en het systeem op tilt. “Misschien moet u de app even resetten.” Natuurlijk, maar toch echt niet daar ter plekke. Dan maar geen koopzegels. Ik griste mijn spullen bij elkaar en rende bijna naar de auto. Nog minus vijf minuten om op mijn werk te komen.

Zag ik het nou goed? Of verbeeldde ik me dat Stef meewarig zat te grijnzen op de achterbank?

Het verkeerde gesnaaid

Stef is een meester in het laten van stiekeme scheten. Dan ligt hij heerlijk bij je, of onder je bureau, en dan ineens, poeh. Het snijdt werkelijk de adem af. Dat vindt Stef zelf ook, hij zoekt dan snel een ander plekje op. De viespeuk. Hij maakt er echt helemaal geen geluid bij.

Het viel me dus op dat hij ineens hoorbare scheten liet. De lucht was hetzelfde maar er was nu geluid bij. Dat was raar. En hij ging steeds naar buiten terwijl hij ’s nachts normaal gesproken niet van het bed te schoppen is. Ook dat was bijzonder.

Toen ik de dag erna buiten kwam, snapte ik het. Ah, dat was niet normaal. Verder leek er niks aan de hand. De brokjes gingen vlot naar binnen en Stef dronk ook gewoon. Maar naarmate de dag vorderde, werd hij steeds slomer. Niet dat hij nog vaak naar buiten moest, ik hoefde nog maar een enkele keer een emmer water te gebruiken. Het arme beest keek me ook heel treurig aan. Hij kwam zelfs niet meer met goed fatsoen op de bank geklommen. Door zijn onhandigheid ging hij ook nog eens mank lopen.

Omdat het toch mijn Stefke is, heb ik de dierenarts maar gebeld en konden we snel komen. Ik weet het, maar ik ga liever een keer voor niks.

Deze dierenarts was heel resoluut. Stef ging op streng regiem. Ieder uur een beetje eten, geen snoepjes, geen extra’s, helemaal niks. En dan maar opbouwen. En als hij niet hoefde, het uur er na niets extra. Een heel klein muizenhapje. Want ik moest er wel rekening mee houden dat Stef al wat ouder is. En dat mank lopen, dat moest ik ook goed in de gaten houden. In verband met zijn leeftijd. Poeh, ik voelde me toch behoorlijk aangesproken. Want ik weet het wel, hij is niet meer piep, maar ik doe toch altijd maar net of hij nog een jonge hond is. Trouwens, dat doet hij zelf ook.

De dag er na ging het al wat beter met het mannetje. Hij stond alweer naar zijn snoepjes te kijken en vond het heel oneerlijk dat hij niks kreeg. Ook het lopen ging weer normaal. Wel gingen alle plaids en kussenslopen waar hij op gelegen had in de was. Dat was beter.

Tja, die leverworst was denk ik toch niet helemaal goed gevallen. Volgende keer beter uitkijken als hij iets bietst.

Afscheid van de Ardennen

Het was een weloverwogen beslissing, ik heb niet in een opwelling afscheid genomen van ons plekje in de Ardennen. Ik vond er gewoon niet meer wat het altijd betekend had. Het was een beslissing die door het jaar groeide. Ik ontdekte dat ik excuses aan het verzinnen was om niet naar de camping te hoeven. Dat is niet goed. Het gevoel van eenzaamheid dat ik daar had, werd alleen maar erger.

Dus kwam de caravan te koop. Ach, wat was mijn maatje er trots op en blij mee geweest. Hij heeft dat gelukkig nog wel mee mogen maken. We zijn vorig jaar oktober ook nog vaak geweest. Het weer was mooi, de plek was weer prima, we hebben er heerlijke weekenden gehad. Maar nu is alles anders.

En er kwam een koper. Die de caravan zelfs voor me ging ophalen in de Ardennen. Daar hoefde ik zelf helemaal niks aan te doen. Natuurlijk had ik er al wat zaken uitgehaald. Dingen die ik echt wilde bewaren. Maar verder kon ik alles achterlaten. Wat ik niet meer wilde, zou hij afvoeren. Ik was er echt heel blij mee. Het voelde ook als een geruststelling toen alles was geregeld. Ik had afscheid genomen op de camping, afgesproken om in ieder geval in het voorjaar weer terug te komen, om dan in het kasteel te slapen. De papierwinkel was geregeld, alle verantwoordelijkheid was voorbij.

Als ik een auto met caravan zie rijden, denk ik alleen maar, pff, dat hoeft gelukkig niet meer.

En toch, ik heb er echt geen spijt van, het is goed zo, maar ik word bijna dagelijks herinnerd aan die plek. Als er een Frans liedje voorbij komt op de radio, als ik zie hoe de herfst de bladeren van de bomen kleurt, als ik de vochtige geur van vallend blad ruik. Het zal ook de tijd van het jaar wel zijn, dat het weer zo binnenkomt, maar ik heb het er eigenlijk best moeilijk mee. Nu is er weer een hoofdstuk definitief afgesloten. En er zijn heel veel mooie herinneringen, we waren daar altijd samen. Misschien dat dat ook de reden is dat ik het zo mis.

Te nieuwsgierig geweest

Hij was inmiddels wel kind aan huis, op het werk van het vrouwtje. De meeste mensen kenden hem nu wel en hij wist ook precies waar hij moest zijn als hij met de bal wilde spelen. Er kwamen regelmatig nieuwe mensen maar ook die waren prima om mee om te gaan. Natuurlijk mocht hij van het vrouwtje niet overal mee naar toe en mocht hij niemand voor de voeten lopen maar over het algemeen deed hij toch wel waar hij zelf zin in had. Dat was ook regelmatig tukken, want dat is nu eenmaal ook wel heel lekker, maar hij kon toch wel vaak op ontdekkingstocht.

Laatst had hij zich alleen wel een beetje vergist. Het vrouwtje zat met een collega in een grote kamer en ze waren samen druk bezig met iets dat op het scherm stond. Hij had wel even gekeken en een dutje gedaan maar op een gegeven moment was hij toch maar eens verder gaan kijken. Er waren best veel mensen dus misschien had er wel iemand zin om met de bal te spelen. Eerst maar eens kijken waar zijn bal eigenlijk lag, dat wist hij niet precies. Toen hij over de gang liep, kwam hij een meneer tegen met een grote tas bij zich. Hmm, die had hij nog niet eerder gezien. De man liep hem voorbij, het leek of hij een beetje haast had, maar hij was er toch maar achteraan gelopen. De man ging dat rare hok binnen, waar het altijd zo warm was. Ze kwamen er niet zo vaak, je kon er ook niet werken. Hij keek eens rond, de man was bij de grote installatie bezig en had helemaal geen interesse in hem. Nou ja. Dan niet hoor, hij kon zichzelf ook wel vermaken. Er was genoeg te onderzoeken in dat hok. Alleen, de man had waarschijnlijk ook helemaal niet in de gaten gehad dat hij er nog was, want toen hij klaar was met zijn klus ging hij weg en deed gewoon de deur dicht. Zonder naar hem te kijken.

Daar zat hij nu, opgesloten. En het vrouwtje wist niet waar hij was. Ai, dat was niet handig. Het was wel te hopen dat ze hem zou vinden want het was helemaal niet gezellig in het hok. Stel je voor dat ze hem niet vond en dan alleen naar huis zou gaan. Dan moest hij hier vannacht blijven. En hoe moest dat dan met zijn brokjes, en zijn varkensoor. Tjee, hij had zich toch wel in de nesten gewerkt. Hij werd er toch wel een beetje paniekerig van. Als hij nou eens bij de deur ging staan en ging roepen?

Pff, gelukkig, de deur ging open en het vrouwtje keek hem aan. Ze was niet blij, dat zag hij wel. Maar hij kreeg gelukkig niet op zijn kop, waarschijnlijk was ze ook wel blij dat ze hem gevonden had. De rest van de middag was hij heel dicht bij haar gebleven. Volgende keer zou hij toch wat beter uitkijken, dat wist hij wel.