Het vrouwtje was verdrietig. Eerst snapte hij niet waarom maar gaandeweg begon het hem te dagen. Zijn oude maatje Yoep was er niet meer. Toen hij nog klein was, had Yoep hem ingewijd in de geheimen van het ondeugend zijn. Hij weet nog goed dat ze samen op de camping waren. Ze mochten natuurlijk niet weglopen maar toen het vrouwtje net uit de caravan kwam met in haar ene hand een volle pot koffie en in haar andere hand een thermoskan, knipoogde Yoep naar hem en samen stoven ze er vandoor. Hij hoorde het vrouwtje nog roepen en mopperen. Maar ja, met een volle koffiepot in je handen loop je niet zo hard. Dus ze waren al een heel eind weg voor ze werden teruggefloten. Leuk was dat altijd.
Yoep was wel een varken. Hij werkte ook samen met de kat die in zijn huis woonde. Dat vond hij wel knap, zelf had hij niet zo’n klik met katten. Maar Yoep, die wist precies hoe dat moest, samenwerken. Hij liet de kat op het aanrecht klimmen en dan naar beneden gooien wat hij wilde oppeuzelen. Heel gehaaid. Ook die keer dat hij bij hem had gelogeerd. Zijn baasjes hadden wat snoepjes meegebracht en die had het vrouwtje op het tafeltje in de keuken gezet. Hij kon daar zelf niet bij, probeerde het eigenlijk ook nooit, maar Yoep was wat groter en wat inventiever en had op een gegeven moment de snoepjes toch te pakken. Het vrouwtje was er niet blij mee, die had het over “levertraantabletten” of zoiets. Hij kon zich nog wel herinneren dat hij de dag er na behoorlijk gerommel in zijn buik had gehad. Ach ja, ze hadden plezier gehad.
Op het strand hadden ze zich ook heerlijk uitgeleefd. Yoep was wel wat slimmer dan hij, toen. Misschien was het ervaring. Wat was hij ziek geweest van het zoute water dat hij binnen had gekregen. Yoep had hem een beetje meewarig aangekeken, alsof hij dacht “ach, dat overkomt ons allemaal wel eens.”
Yoep was echt een vriend. Met zijn lodderogen en zijn lange oren. Daar stapte hij wel eens op en dan struikelde hij. Echt bizar, dat kon hem zelf niet overkomen. Maar Yoep trok zich er niet zo veel van aan, die was dat gewend blijkbaar. Net als het feit dat hij na iedere lange wandeling werd gewassen. Brr, hij moest er persoonlijk niet aan denken. Maar zijn baasjes vonden hem dan stinken, vooral in al die huidplooien die hij had. Tsss, stinken, hij kon wel ergere dingen opnoemen.
En nu was hij er niet meer, zomaar, boem. Oh ja, hij was bijna elf jaar oud, erg oud voor een Basset. Maar dat wil toch niks zeggen, dan kun je je maatje toch nog wel missen. Dag lieve Yoep, wat hebben we veel gelachen samen en veel kattenkwaad (excusez le mot) uitgehaald. Pff, ik zal je missen kerel.
Sterkte toegewenst.
LikeLike