Ziekenhuisopname

Onlangs werd mijn schoonvader opgenomen in het ziekenhuis. Niet voor de eerste keer, helaas, zijn ouderdom komt echt met de nodige gebreken. En dus togen we weer dagelijks naar het bezoekuur. Tenslotte kun je de man niet in de steek laten.

Zijn kwaal was deze keer van een ernstiger aard dan normaal. Normaal wordt hij met benauwdheid opgenomen, aan de zuurstof en de prednison gelegd en is hij met één of twee dagen toch wel weer de burgemeester van de zaal. Deze keer was de schrik wat groter en de praatjes wat minder. Gelukkig was hij in goede handen en langzaam maar zeker ging het de goede kant uit. En konden we ons dus weer gewoon ergeren aan zijn commentaar en opmerkingen.

Dat begon meestal met het telefoontje dat je ’s middags kreeg. “Als jullie vanavond komen, moet je even een overhemd voor me meebrengen.” “Een overhemd pa, je mag nog niet eens je bed uit. En er hangt een overhemd.” Maar goed, de man wil netjes voor de dag komen, dus het overhemd wordt gehaald. “Heel mooi, hang daar maar in de kast.” In gedachten salueer ik en doe braaf wat er van me gevraagd wordt. “Die man daar in de hoek gaat morgen naar een verzorgingstehuis.” Ach, wat sneu, wat zullen we zijn oorverdovende gesnurk missen. Het is een aardige man hoor, maar het feit dat hij geen gebit lijkt te bezitten, is enorm van invloed op het volume dat hij verspreidt als hij slaapt.

“Is er vandaag nog een dokter geweest?”

“Ach hou op, ze zijn de hele morgen met me aan het sjouwen geweest, ik heb een echo moeten laten maken en onderzoeken gehad.”

“En hebt u de uitslag al?”

“Ja, ik krijg meer prednison.”

“Maar wat was de uitslag dan.”

“Ja, dat ik meer prednison krijg.”

Stilte…

“Hoe smaakt het eten?”

“Mmmm, het smaakt me nog helemaal niet.”

“Hebt u wel wat gegeten?”

“Ja, wat soep en wat vla.”

“Oh.”

Stilte…

Stiekem kijken we op de klok.

Ah, de dame die komt vragen wat de patiënten willen drinken, een welkome afwisseling. Pa vraagt 2 bekers karnemelk en een beker thee. Ik weet zeker dat hij liever een biertje zou hebben maar dat zit er niet in. Dat zit er voorlopig helemaal niet in en dat weet hij ook wel. Het weerhoudt hem natuurlijk niet van het mopperen op “al die zoetigheid” zoals hij vruchtensap aanduidt. De dame vraagt iedereen op de zaal wat er gewenst wordt en deelt blijmoedig de bekers rond. Ik heb bewondering voor haar, je moet er toch maar tegen kunnen, tegen de klagers en tegen de lolbroeken. “Doet u mij maar een borrel zuster.” Ik weet niet welke van de twee het ergste is.

En eerlijk is eerlijk, alle lof voor de verpleegkundigen. Ze brengen het toch iedere dag maar weer op om op deze kamer met oude mannen met een vriendelijke lach een zonnestraaltje te brengen. Nu lijkt me een kamer vol heren nog makkelijker en prettiger dan een zaaltje waar alleen zure oude dames liggen, dat dan weer wel.

Ook een familiegesprek is nog een hele opgave voor zo’n arts. Leg maar eens uit aan iemand die niet luistert dat hij echt behoorlijk ziek is maar niet mankeert wat hij zelf denkt en ook tegen iedereen vertelt. Wij waren blij, hij bleef achter in opperste verwarring. Wat mankeer ik nou precies?

Mijn schoonvader is voorlopig nog niet thuis, we zullen nog zeker een paar weken na ons werk vlug vlug wat eten naar binnen moeten gooien om nog een beetje op tijd in het ziekenhuis te zijn. Gelukkig hebben we steun en worden we afgelost als we willen, maar het zal toch prettig zijn als hij weer in zijn leunstoel voor het raam van zijn huisje zit. Al commanderend en wel.

2 gedachtes over “Ziekenhuisopname

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.